Met het eerste middel stelt verzoekster dat zij jegens de Europese Unie krachtens de artikelen 268 VWEU en artikel 340, tweede alinea, VWEU aanspraak kan maken op schadevergoeding als gevolg van de schending door het Gerecht van de rechten die zij aan artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 6, lid 1, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele rechten ontleent op het punt van een uitspraak binnen redelijke termijn.
Premier moyen tiré de ce que la partie requérante a droit à une indemnisation à charge de l’Union européenne au titre des articles 268 et 340, deuxième alinéa, TFUE, en raison de la violation, par le Tribunal, de son droit d’être jugée dans un délai raisonnable conformément à l’article 47 de la charte des droits fondamentaux de l’Union européenne et l’article 6, paragraphe 1, de la convention européenne des droits de l’homme et des libertés fondamentales.