Personeelsleden die na toepassing van de eerste drie pri
oriteitsgraden niet werden toegewezen in een ambt, worden in afdalende volgorde van over
drachtsanciënniteit toegewezen in een ambt dat door de titularis niet effectief wordt uitgeoefend, omdat de titularis geniet van een verlof, een terbeschikkingstelling, een loopbaanonderbreking, een schorsing van de arbeidsovereenkomst of een brugpensioen zoals bedoeld in artikel 190, § 3, of artikel 195 van het decreet of omd
at de titularis een mandaat ...[+++] bekleedt.
Les personnels qui ne sont pas désignés dans une fonction après application des trois catégories prioritaires, sont désignés dans un ordre décroissant d'ancienneté de transfert dans une fonction qui n'est pas effectivement exercée par le titulaire, parce que le titulaire jouit d'un congé, d'une mise en disponibilité, d'une interruption de carrière, d'une suspension du contrat de travail ou d'une prépension au sens de l'article 190, § 3, ou de l'article 195 du décret ou parce que le titulaire revête un mandat.