31. erkent, evenals de Commissie, dat er vele manieren zijn om onderwijs te organiseren, onder meer door particuliere instanties, maar benadrukt dat de overheid het recht op onderwijs voor iedereen moet waarborgen; onderstreept dat onderwijs beschouwd moet worden als een openbare dienstverlening, ook als die door particuliere instanties wordt gerealiseerd;
31. reconnaît, à l'instar de la Commission, qu'il existe de nombreuses manières d'organiser l'éducation, y compris le recours au secteur privé, mais souligne que l'État doit garantir le droit à l'éducation pour tous; souligne que l'éducation doit être considérée comme un service public, même si elle peut être assurée par le secteur privé;