Art. 7. De bevoegde instantie voor de opvang van schepen die bijstand behoeven stelt de plannen bedoeld in artikel 5, § 3, op voor de opvang van schepen teneinde het hoofd te bieden aan de dreigingen die uitgaan van schepen die bijstand behoeven welke zich in de maritieme zones bevinden, in voorkomend geval met inbegrip van dreigingen voor mensenlevens en het mariene milieu.
Art. 7. L'autorité compétente pour l'accueil des navires ayant besoin d'assistance établit les plans visés à l'article 5, § 3, aux fins de l'accueil des navires en vue de répondre aux risques que présentent les navires ayant besoin d'assistance dans les zones maritimes, y compris le cas échéant les risques pour les vies humaines et le milieu marin.