Evenzo kwam de Commissie in de zaak Alcoa/British Aluminium tot de slotsom dat ondanks het feit dat twee van de partijen die op de relevante markt actief waren, bijna 80 % van de afzet voor rekening namen, de markt niet kon worden beschouwd als bevorderlijk voor een oligopolide machtspositie, omdat i) de marktaandelen wisselvallig en instabiel waren en ii) de vraag behoorlijk onregelmatig was waardoor het moeilijk was voor de partijen om te reageren op elkaars acties teneinde tot een stilzwijgende coördinatie van hun gedrag te komen.
De même, dans l'affaire Alcoa/British Aluminium, la Commission a conclu que, en dépit du fait que deux des parties en présence sur le marché pertinent réalisaient plus de 80 % des ventes, le marché ne pouvait être considéré comme de nature à entraîner une position dominante oligopolistique dans la mesure où i) les parts de marché étaient volatiles et instables, et ii) la demande était assez irrégulière, ce qui permettait difficilement aux parties de réagir aux initiatives de l'autre en vue de coordonner tacitement leur comportement.