Art. 4. Indien, bij het verstrijken van de door de veiligheidsinstantie vastgestelde termijn in toepassing van artikel 3, de toestand van niet-conformiteit geheel of gedeeltelijk blijft bestaan, kan de veiligheidsinstantie het op de markt brengen van het betreffende onderdeel beperken of verbieden.
Art. 4. Si, à l'expiration du délai fixé par l'autorité de sécurité en application de l'article 3, la situation de non-conformité persiste, en tout ou en partie, l'autorité de sécurité peut restreindre ou interdire la mise sur le marché du constituant en question.