De lidstaten moeten voorts bereid zijn te handelen, wanneer het gevaar dreigt dat de voorzieningen worden onderbroken, d.w.z. zij moeten actieplannen opstellen en de passende organen en bevoegdheden creëren waarmee zij op de markt voorraden aanleggen en het verbruik beperken, leveranties aan prioritaire verbruikers waarborgen en de prijzen reguleren kunnen.
Les États membres sont en outre tenus d’être prêts à agir en cas de risques de rupture physique, c’est-à-dire à se doter de plans d’intervention, d’organes appropriés et de pouvoirs permettant notamment de mettre les stocks sur les marchés et de restreindre la consommation, d’assurer l’approvisionnement des consommateurs prioritaires et de réglementer les prix.