67. beschouwt het recht op de oprichting van vrije vakbonden en vrije werkgeversorganisaties als een fundamenteel mensenrecht en als hoeksteen voor het creëren van een sociale markteconomie, zodat een beschermingsniveau wordt bereikt dat overeenkomt met de stand van de ontwikkeling op een bepaald moment; en gaat ervan uit dat de ongehinderde en billijke tenuitvoerlegging van dit recht ook aan de orde komt in de gemeenschappelijke werkgroep van WTO en IAO;
67. considère le droit à la création de syndicats libres et d'organisations patronales libres comme un droit de l'homme fondamental et la pierre angulaire de l'économie sociale de marché garantissant un niveau de protection adapté au développement de chaque pays; escompte que l'application de ce droit, sur une base libre et équitable, sera également abordée dans le forum de travail de l'OMC et de l'OIT;