De wetgever heeft eraan herinnerd hoe belangrijk het was om, in het kader van een faillissement, de onafhankelijkheid van de curator te waarborge
n die allereerst de massa van de schuldeisers vertegenwoor
digt en de belangen ervan verdedigt, onder meer met betrekking tot de aanspraken van de bevoorrechte schuldeisers : « Hij moet dan ook volledig onafhankelijk zijn ten aanzien van de bevoorrechte schuldeisers en moet een dergelijke opdracht weigeren ingeval hij prestaties heeft verricht voor een persoon wiens pe
rsoonlijke ...[+++] belangen verschillend kunnen zijn van die van de massa » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/001, p. 5, en Parl. St., Senaat, 2001-2002, nr. 2-877/8, p. 49).Le législateur a rappelé combien
il était important, dans le cadre d'une faillite, de garantir l'indépendance du curateur qui est au premie
r chef organe de la masse et en défend les intérêts, notamment à l'encontre des prétentions des créanciers privilégiés : « son indépendance à l'égard des privilégiés doit donc être complète et commande qu'il s'abstienne d'accepter pareille mission s'il est intervenu au bénéfice d'une personne dont les intérêts particuliers peuvent s'écarter de ceux de la masse » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC
...[+++] 50-1132/001, p. 5, et Doc. Parl., Sénat, 2001-2002, n° 2-877/8, p. 49).