A. overwegende dat het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie op de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) georiënteerd is en dat twee van deze millenniumdoelstellingen specifiek op vrouwen betrekking hebben, te weten MDG 3 (bevordering van gendergelijkheid en zeggenschap voor vrouwen) en MDG 5 (verbetering van de zwangerschapszorg), en drie andere rechtstreeks bijdragen tot de verbetering van de levensomstandigheden van vrouwen en meisjes, namelijk MDG 2 (gratis basisonderwijs voor iedereen), MDG 4 (vermindering van kindersterfte) en MDG 6 (bestrijding van hiv/aids, malaria en andere ziekten); overwegende dat deze doelstellingen met succes bijdragen tot de vermindering van armoede;
A. considérant que la politique de l'Union en matière de coopération au développement est régie par les objectifs du Millénaire pour le développement (OMD), dont deux concernent spécifiquement les femmes - l'OMD 3 (promouvoir l'égalité des sexes et l'autonomisation des femmes) et l'OMD 5 (améliorer la santé maternelle), et trois autres contribuent directement à l'amélioration des conditions de vie des femmes et des filles - l'OMD 2 (assurer l'éducation primaire pour tous), l'OMD 4 (réduire la mortalité infantile) et l'OMD 6 (combattre le VIH/SIDA, le paludisme et autres maladies); considérant également que ces objectifs contribuent avec succès à réduire la pauvreté;