In het advies dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer op 28 maart 2001 heeft uitgebracht (punt VII) stelt zij een bijkomende voorwaarde voor extern gebruik van het identificatienummer door het Bestuur van de Medische Expertise, namelijk dat het identificatienummer niet zou mogen worden aangebracht op de documenten die vatbaar zijn om ter kennis te worden gebracht van andere derden dan de personen, overheden en instellingen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het besluit.
Dans son avis émis le 28 mars 2001 (point VII), la Commission de la protection de la vie privée fixe une condition supplémentaire à l'utilisation externe du numéro d'identification par l'Administration de l'Expertise médicale, à savoir que le numéro d'identification ne peut pas être apposé sur les documents susceptibles d'être portés à la connaissance de tiers autres que les personnes, autorités et organismes visés à l'article 4, alinéa 2, de l'arrêté.