Aangezien het recht van antwoord niet als een uitloper van de grondwettelijk gewaarborgde persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting mag worden beschouwd, waardoor het onder de federale wetgever zou ressorteren, maar als een spec
ifiek grondrecht op zich waaraan een eigen invulling moet worden gegeven
naargelang van het medium waardoor een persoon in zijn eer of goede naam is aangetast, dienen de gemeenschappen, bij gebreke van uitdrukkelijke bevoegdheidstoewijzing ten voordele van de federale overheid, bevoegd worden geacht om de u
...[+++]itoefening van dat recht op radio en televisie te regelen.
Comme le droit de réponse doit être considéré non pas comme une résultante de la liberté de la presse et de la liberté d'expression garanties par la Constitution, ce qui en ferait une compétence du législateur fédéral, mais comme un droit fondamental spécifique qui doit être exercé de manière adaptée au média qui porte atteinte à l'honneur ou à la réputation d'une personne, c'est aux communautés qu'il appartient de régler l'exercice de ce droit à la radio et à la télévision, puisque le pouvoir fédéral n'a pas été chargé explicitement de cette mission.