Dit gezegd zijnde, meen ik echter dat de gemeenschappen en gewesten niet benadeeld kunnen worden door de door de wet van 22 juli 1991 gecreëerde situatie voor zover dat, ongeacht de hoegrootheid ervan, het deel van de winsten van de Nationale loterij dat gereserveerd wordt voor projecten of initiatieven die onder de bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten vallen, nog steeds een bijkomende, niet te verwaarlozen bijdrage vertegenwoordigt die deze instellingen onrechtstreeks genieten.
Cela dit, je ne pense pas que les communautés et les régions puissent être lésées par la situation créée par la loi du 22 juillet 1991 relative à la Loterie nationale dans la mesure où, quelle que soit son importance, la partie des bénéfices de la Loterie nationale réservée aux projets ou initiatives tombant sous la compétence des communautés et régions constitue toujours un apport supplémentaire non négligeable dont profitent indirectement ces entités.