B. overwegende dat de achteruitgang van de gezondheid van wilde dieren, waarvan de aantallen in de meeste lidstaten toenemen, zou kunnen leiden tot een toename in de verspreiding van besmettelijke ziektes bij huisdieren en, tegelijkertijd, een nadelige uitwerking kan hebben op de volksgezondheid;
B. considérant que la dégradation de l’état sanitaire de la faune sauvage, dont la population augmente dans la plupart des États membres, peut se traduire par une transmission accrue de maladies contagieuses à la faune domestique, mais aussi compromettre la santé publique;