Het door de wetgever in artikel 3, 2, van de wet van 29 mei 1959 aangewende criterium van onderscheid is objectief en niet zonder verband met het evenwicht tussen de traditionele onderwijsverstrekkers zoals dat zich ten tijde van de totstandkoming van de wet voordeed.
Le critère de distinction mis en oeuvre par le législateur à l'article 3, 2, de la loi du 29 mai 1959 est objectif et non dénué de rapport avec l'équilibre entre les dispensateurs traditionnels d'enseignement tels qu'ils se présentaient au moment de l'élaboration de la loi.