Art. 8. Het stelsel van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden indien zij worden ontslagen zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 maart 1992, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 januari 1994, verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 december 1995, verlengd bij collectieve arbeidsover
eenkomst van 13 mei 1997 (registratienummer 44926/CO/142.02) wordt
...[+++] verlengd tot 31 december 2000.
Art. 8. Le régime d'indemnité complémentaire en faveur de certains ouvriers âgés en cas de licenciement, comme prévu par la convention collective de travail du 31 mai 1991, rendue obligatoire par arrêté royal du 31 mars 1992, prorogée par la convention collective de travail du 17 juin 1993, rendue obligatoire par arrêté royal du 20 janvier 1994, prorogée par la convention collective de travail du 28 avril 1995, rendue obligatoire par arrêté royal du 8 décembre 1995, prorogée par la convention collective de travail du 13 mai 1997 (numéro d'enregistrement 44926/CO/142.02) est prolongée jusqu'au 31 décembre 2000.