Op mijn vraag nr. 1372 van 12 mei 1998 aangaande de tenlasteneming door een buitengewone of een algemene vergadering voor het einde van het fiscaal jaar werd geantwoord dat juridisch alle voorwaarden van storting vervuld zijn met artikel 53, 15°, WIB 1992, indien de tenlasteneming gebeurde met het oog op het behoud van beroepsinkomsten die zij periodiek uit de vennootschap verkrijgen en geschiedde door de onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som geld (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 136, blz. 18868).
En réponse à ma question no 1372 du 12 mai 1998 concernant la prise en charge par une assemblée extraordinaire ou générale avant la fin de l'exercice fiscal, le ministre précise que d'un point de vue juridique, les conditions de paiement prévues à l'article 53, 15°, du CIR 1992 sont remplies si la prise en charge a été effectuée en vue de sauvegarder des revenus professionnels qu'ils retirent périodiquement de la société et qu'elle a été réalisée par un paiement, irrévocable et sans condition, d'une somme d'argent (Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 136, p. 18868).