Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "mei 2005 vragen " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
administratieve en technische Uitvoeringsovereenkomst van het Verdrag van Prüm | Uitvoeringsovereenkomst van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie, ondertekend te Prüm, Duitsland op 27 mei 2005

Accord d'exécution du Traité entre le Royaume de Belgique, la République fédérale d'Allemagne, le Royaume d'Espagne, la République française, le Grand-Duché de Luxembourg, le Royaume des Pays-Bas et la République d'Autriche relatif à l'approfondissement de la coopération transfrontalière, notamment en vue de lutter contre le terrorisme, la criminalité transfrontalière et la migration illégale | Accord sur l'exécution administrative et technique du Traité de Prüm
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
2. In 2006 meldde uw voorganger (vraag nr. 762 van Pieter De Crem van 2 mei 2005,Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 114) dat de administratie het onderzoek naar de fiscale behandeling van buitenlandse verrichtingen die sterk gelijken op een partiële splitsing nog niet had afgerond.

2. En 2006, votre prédécesseur déclarait que (question n° 762 de Pieter De Crem du 2 mai 2005, Questions et Réponses, Chambre, n° 114) son administration n'avait pas encore achevé l'examen relatif au traitement fiscal d'opérations étrangères qui présentent de fortes similarités avec une scission partielle.


In antwoord op een eerder gestelde vraag hierover (vraag nr. 964 van 4 mei 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 139, blz. 27.357), werden volgende gegevens bekomen met betrekking tot het aantal treinen dat verkeerd werd gestuurd: 14 in 2000, 17 in 2001, 18 in 2002, 21 in 2003, 15 in 2004 en 21 in 2005.

En réponse à une question précédente portant sur le même sujet (question n°964 du 4 mai 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, n°139, p.27.357), les données suivantes ont été communiquées concernant le nombre de trains mal aiguillés: ils étaient au nombre de 14 en 2000, 17 en 2001, 18 en 2002, 15 en 2004 et 21 en 2005.


In antwoord op een eerder gestelde vraag hierover (vraag nr. 964 van 4 mei 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 139, blz. 27.357), werden volgende gegevens bekomen met betrekking tot het aantal treinen dat een voorziene halte voorbijreed: 28 in 2000, 45 in 2001, 35 in 2002, 58 in 2003, 65 in 2004 en 40 in 2005.

En réponse à une question précédente sur le même sujet (question n°964 du 4 mai 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, n°139, p.27.357), les données suivantes ont été communiquées au sujet du nombre de trains ayant dépassé un arrêt prévu: il y en a eu 28 en 2000, 45 en 2001, 35 en 2002, 58 en 2003, 65 en 2004 et 40 en 2005.


Ik herhaal nog eens dat, iedere keer wanneer een nieuwe analyse uitgevoerd wordt, de gegevens kunnen worden gewijzigd (zie ook mijn antwoord op uw vragen nr. 103 en nr. 104 van 25 maart 2015, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2014-2015, nr. 22). e) Nee, tijdens de analyse die betrekking heeft op de periode van oktober 2005 tot 14 mei 2013 werd er geen verdeling per maand uitgevoerd.

Je souhaite à nouveau répéter ici qu'à chaque nouvelle analyse effectuée, les données sont susceptibles d'être modifiées. Voyez également ma réponse à vos questions n° 103 et n° 104 du 25 mars 2015, Questions et Réponses, Chambre, 2014-2015, n° 22. e) Non, une répartition par mois n'a pas été réalisée lors de l'analyse couvrant la période d'octobre 2005 au 14 mai 2013.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bij de inwerkingtreding van artikel 84quater van het Btw-Wetboek vormde de kennisgeving van het proces-verbaal van regularisatie in btw-aangelegenheden het 'blijvend meningsverschil' (antwoord op vraag nr. 1283 van de heer de Clippele van 11 mei 2001, Senaat, G.Z. 2001-2002, Vragen en Antwoorden, nr. 2-44, en op vraag nr. 887 van de heer Pinxten van 18 juli 2005, Kamer, Vragen en Antwoorden, 51 091).

Lors de l'entrée en vigueur de l'article 84quater du Code de la TVA, la notification du procès-verbal de régularisation constituait en TVA le "désaccord persistant" (réponse à la question n° 1283 de monsieur de Clippele du 11 mai 2001, Sénat, S.O. 2001-2002, Questions et Réponses, n° 2-44, et à la question n° 887 de monsieur Pinxten du 18 juillet 2005, Chambre, QRVA 51 091).


In hetzelfde vonnis heeft de verwijzende rechter, naast de vraag aan het Grondwettelijk Hof, twee prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie aangaande het toepassingsgebied van de richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (eerste prejudiciële vraag) en aangaande de mogelijkheid voor de nationale wetgever om, in het licht van de Europese regelgeving, de handelaar te verplichte ...[+++]

Dans le même jugement, le juge a quo a posé, outre la question dont la Cour constitutionnelle est saisie, deux questions préjudicielles à la Cour de justice de l'Union européenne concernant le champ d'application de la directive 2005/29/CE du Parlement européen et du Conseil du 11 mai 2005 relative aux pratiques commerciales déloyales des entreprises vis-à-vis des consommateurs dans le marché intérieur (première question préjudicielle) et concernant la faculté qu'a le législateur national, à la lumière de la réglementation européenne, d'obliger le commerçant à prévoir un jour de fermeture hebdomadaire (deuxième question préjudicielle).


De Commissie stelde aanvullende vragen aan de Nederlandse autoriteiten bij brieven van 4 januari 2005 en 25 mei 2005, waarop zij antwoordden bij brieven van 27 januari 2005 en 25 juli 2005.

La Commission a posé des questions complémentaires aux autorités néerlandaises par des lettres datées du 4 janvier et du 25 mai 2005, auxquelles les autorités néerlandaises ont répondu par des lettres datées du 27 janvier et du 25 juillet 2005.


Bij het arrest nr. 124/2005 van 13 juli 2005 heeft het Hof twee prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, dat erop heeft geantwoord bij arrest van 3 mei 2007.

Par arrêt n° 124/2005 du 13 juillet 2005, la Cour a posé deux questions préjudicielles à la Cour de justice des Communautés européennes, qui y a répondu par arrêt du 3 mai 2007.


Bij vonnis van 28 april 2005 in zake het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Joost-ten-Node tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV), waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 11 mei 2005, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld :

Par jugement du 28 avril 2005 en cause du centre public d'action sociale de Saint-Josse-ten-Noode contre l'Institut national d'assurance maladie invalidité (INAMI), dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 11 mai 2005, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes :


Het Hof neemt echter akte van het feit dat het Hof van Cassatie in zijn arrest van 5 mei 2004 waarbij één van de prejudiciële vragen wordt gesteld die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 68/2005, op impliciete wijze - en in zijn arrest van 29 juni 2005 op expliciete wijze - heeft geoordeeld dat artikel 16.2 van het Verdrag van 28 juli 1951 « niet tot gevolg heeft de overgangsregeling van het voormelde artikel 29, § 3, twee ...[+++]

La Cour prend acte, cependant, de ce que la Cour de cassation a jugé, implicitement dans son arrêt du 5 mai 2004 qui pose une des questions préjudicielles ayant donné lieu à l'arrêt n° 68/2005, et explicitement dans son arrêt du 29 juin 2005, que l'article 16.2 de la Convention du 28 juillet 1951 « n'a pas pour effet de rendre applicable le régime transitoire de l'article 29, § 3, alinéa 2, précité lorsqu'un plaignant, qui a sa résidence habituelle en Belgique, y a le statut de réfugié ».




Anderen hebben gezocht naar : mei 2005 vragen     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'mei 2005 vragen' ->

Date index: 2023-06-09
w