Art. 38. Wanneer de Commissie goederenvervoer over de weg een advies dient te geven, zoals bedoeld in artikel 39, § 2, 3° et 4° van de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg, moet de voorzitter van dezelfde taalrol zijn als de persoon of de onderneming die het voorwerp is van het advies.
Art. 38. Lorsque la Commission des transports de marchandises par route est appelée à donner un avis tel que visé à l'article 39, § 2, 3° et 4° de la loi du 3 mai 1999 relative au transport de choses par route, le président doit être du même rôle linguistique que la personne ou l'entreprise qui fait l'objet de l'avis.