Aangezien de kleine en middelgrote ondernemingen zo'n 98% van alle Belgische bedrijven uitmaken en meer dan de helft van de werkgelegenheid in de particuliere sector voor hun rekening nemen, en omdat zij bovendien nagenoeg als enige nog nieuwe banen scheppen, kan men met reden de nodige vragen stellen omtrent de werkelijke representativiteit van de organen van het sociaal overleg, en dus over de relevantie van de in dat kader gevoerde onderhandelingen.
Attendu que les petites et moyennes entreprises représentent près de 98% de toutes les entreprises belges et qu'elles concentrent plus de la moitié de l'emploi du secteur privé, la création d'emploi étant quasi-exclusivement leur fait, l'on peut légitimement s'interroger sur la réelle représentativité des organes de concertation sociale et, dès lors, sur la pertinence des négociations qui s'y déroulent.