In zijn conclusie heeft advocaat-generaal Jacobs zich afgevraagd wat de status van overweging 38 was en of met name de uitsluiting van werkwijzen voor de voortbrenging van menselijk-dierlijke hybriden op basis van geslachtscellen of totipotente cellen van mens en dier, zoals bedoeld in deze overweging, onder de uitsluiting in artikel 6, lid 2, onder b), kon vallen [85].
Dans le cadre de ses conclusions, l'avocat général Jacobs s'est interrogé sur le statut du considérant 38 et notamment sur le point de savoir si l'exclusion des procédés de production d'êtres hybrides, issus de cellules germinales ou de cellules totipotentes humaines et animales, prévue dans le cadre de ce considérant pouvait être couverte par l'exclusion prévue à l'article 6, paragraphe 2, point b) [85].