39. verzoekt de lidstaten om tenuitvoerlegging van Richtlijn 98/44/EG en te erkennen dat uit het besluit van het Europees Octrooibureau over het zogenoemde octrooi van Edinburgh van juli 2002 blijkt dat het Europees Octrooibureau rekening houdt met ethische punten van zorg; betreur
t anderzijds dat de daaraan voorafgaande fout inzake dit octrooi doo
r het Octrooibureau werd ontdekt door Greenpeace (en niet door het Octrooibureau zelf); verzoekt het Europees Octrooibureau om herziening van zijn werkmethoden, zodat dergelijke fouten nie
...[+++]t worden herhaald en verwijst voorts naar zijn resolutie van 30 maart 2000 over het besluit van het Octrooibureau inzake het klonen van mensen;
39. demande aux États membres de mettre en œuvre la directive 98/44/CE et de reconnaître que la décision de l'Office européen des brevets concernant le "brevet d'Édimbourg" de juillet 2002 montre que l'Office respecte les considérations éthiques; regrette, d'un autre côté, que l'erreur précédemment commise par l'Office à propos de ce brevet ait été découverte par Greenpeace (et non par l'Office même); demande à l'Office européen des brevets de revoir ses méthodes de travail, de manière à éviter la répétition de telles erreurs, et se réfère à sa résolution du 30 mars 2000 concernant la "décision de l'Office européen des brevets sur le clonage des êtres humains";