Gelet op dit alles, moeten wij deze gelegenheid nogmaals aangrijpen om de Noord-Koreaanse regering te verzoeken: in de eerste plaats, dat zij de verplichtingen en de beginselen die in het internationaal recht zijn vastgelegd betreffende de mensenrechten, eerbiedigt en verwerkt in haar eigen wetgeving; in de tweede plaats, dat zij de doodstraf afschaft; in de derde plaats, dat zij alle personen vrijlaat die gevangen zijn genomen omdat zij hun fundamentele mensenrechten in vrijheid wilden uitoefenen; en ten slotte dat zij de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van verkeer waarborgt.
Pour toutes ces raisons, nous devons une nouvelle fois profiter de cette occasion pour demander instamment au gouvernement nord-coréen: tout d’abord, de respecter les principes et les engagements en matière de droits de l’homme inscrits dans le droit international et de les incorporer dans sa propre législation; deuxièmement, d’abolir le peine de mort; troisièmement, de libérer toutes les personnes emprisonnées pour avoir souhaité exercer librement leurs droits fondamentaux et, enfin, de garantir la liberté d’expression et de circulation.