Ik respecteer het recht van elke staat om, zonder inmenging van buitenaf, nationale wetgeving te bespreken, aan te passen en goed te keuren, zolang daarbij de mensenrechten volledig gerespecteerd worden en de grondbeginselen niet geschonden worden − in dit geval het beginsel van non-discriminatie − die zijn vastgelegd in de Verdragen en het Handvest van de grondrechten.
Je respecte le droit de tout État à débattre, modifier et adopter des lois nationales sans ingérence extérieure, pour autant qu’il le fasse dans le respect absolu des droits de l’homme et sans violer les principes fondamentaux, en l’occurrence les principes de non-discrimination, qu’ils soient fixés par les traités ou par la Charte des droits fondamentaux.