61. uit zijn grote bezorgdheid dat de mensenrechtendialoog met Iran al sinds 2004 is onderbroken vanwege een gebrek aan samenwerking van de kant van Iran; betreurt het feit dat er naar zeggen van de Raad geen enkele vooruitgang is geboekt en verzoekt de Raad het Parlement verslag uit te brengen over de beoordeling van de mensenrechtendialoog en de volgende stappen die zouden kunnen worden genomen ter bevordering van democratie en mensenrechten in Iran;
61. s'inquiète vivement de l'interruption depuis 2004 du dialogue sur les droits de l'homme avec l'Iran en raison de l'absence de coopération de ce pays; regrette que, selon le Conseil, aucun progrès n'ait été fait et invite le Conseil à faire rapport au Parlement sur l'évaluation du dialogue sur les droits de l'homme et sur les mesures supplémentaires qui pourraient être prises pour promouvoir la démocratie et les droits de l'homme en Iran;