4. De voorwaarden in verband met de kennisgeving, door het hoofd van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, aan de betrokken persoon dat die laatste het voorwerp heeft uitgemaakt van een specifieke of uitzonderlijke methode voor het verzamelen van gegevens (artikel 2, § 3, van de wet van 30 november 1998, ingevoegd bij artikel 2, 3°, van de bestreden wet).
4. Les conditions relatives à la notification, par le dirigeant du service de renseignement et de sécurité, à la personne concernée qu'elle a fait l'objet d'une méthode spécifique ou exceptionnelle de recueil de données (article 2, § 3, de la loi du 30 novembre 1998, inséré par l'article 2, 3°, de la loi attaquée).