Met haar zesde middel tot vernietiging, aangaande de sector van rund-, schapen- en geitenvlees, stelt rekwirante dat artikel 8 van verordening nr. 1663/95 (6), artikel 7, lid 4, van verordening nr. 1258/1999 en de artikelen 12 en 24, lid 2, van verordening nr. 2419/01 (7) onjuist zijn uitgelegd en toegepast en voert zij tevens aan dat het evenredigheidsbeginsel en motiveringsgebrek zijn geschonden.
Par le sixième moyen d’annulation dans le secteur des viandes bovine, ovine et caprine, sont allégués une interprétation et une application erronées des articles 8 du règlement no 1663/95 (6) et 7, paragraphe 4, du règlement no 1258/1999, ainsi que des articles 12 et 24, paragraphe 2, du règlement no 2419/01 (7), une violation du principe de proportionnalité et un défaut de motivation.