Houdt de minister vast aan het bestaande akkoord, waardoor Vlaanderen 45% van de middelen krijgt, maar 65% ervan bijdraagt, of opteert ze, zoals ik kan opvangen in de wandelgangen, voor de verdeling aan de hand van de doelgroepen, waardoor Vlaanderen uiteindelijk maar 12% van de middelen zou ontvangen?
Le ministre s’en tient-il à l’accord existant, qui octroie à la Flandre 45% des moyens alors que sa contribution financière est de 65%, ou opte-t-il, comme j’ai pu le déduire de bruits de couloir, pour une répartition sur la base des groupes cibles, ce qui n’attribuerait finalement à la Flandre que 12 % des moyens ?