28. erkent het belang van directe buitenlandse investeringen voor industriële groei en merkt tegelijkertijd op dat de al te genereuze voorwaarden voor directe buitenlandse investeringen (DBI's) in de mijnbouw die in de jaren '80 en '90 door de ontwikkelingslanden werden geboden, in combinatie met intern wanbeheer, corruptie, een gebrek aan verantwoordingsplicht en ondeugdelijke wetgeving, ertoe leidden dat zij geen eerlijk aandeel kregen van de winsten uit de winning van hun nat
uurlijke rijkdommen waardoor het deze landen
nu ontbreekt aan de middelen die ze juist zo dringend
...[+++]nodig hebben voor hun sociaaleconomische ontwikkeling;
28. reconnaît l'importance de l'investissement direct étranger (IDE) pour la croissance industrielle tout en relevant que les conditions trop généreuses en matière d'IDE dans le secteur minier offertes par les pays en développement dans les années 1980 et 1990, combinées à une mauvaise gestion à l'échelle nationale, à la corruption, à l'absence d'obligation de rendre des comptes et à des réglementations insuffisantes, les ont empêchés de toucher une part équitable des bénéfices de l'exploitation de leurs ressources naturelles, dont ils avaient grand besoin pour leur développement social et économique;