28. dringt bij de lidstaten en de Commissie aan op de versterking van het EU-beleid ter bestrijding van directe en indirecte discriminatie van migrerende EU-werknemers, en met name van vrouwen, die in een andere lidstaat verblijven, en het misbruik van hun rechten als gevolg van hun ontoereikende kennis van de talen en/of de wetten die van toepassing zijn op hun tewerkstelling in de gastlidstaat;
28. invite instamment les États membres et la Commission à renforcer la politique de l’Union européenne en matière de lutte contre la discrimination directe et indirecte des travailleurs migrants de l’Union accueillis dans un autre État membre, en particulier les femmes, et contre les abus dont leurs droits font l’objet en raison de leur connaissance insuffisante des langues et des lois applicables à leur emploi dans l’État membre d’accueil;