Als er een nieuwe warmtegeneratiecapaciteit wordt geïnstalleerd binnen de geldigheidsduur van de toegekende milieukeur, moet dit een hoogrendabele warmtekrachtkoppelingseenheid (zoals gedefinieerd in artikel 3 en bijlage III bij Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), een warmtepomp of een ketel met een hoog rendement zijn.
Si un nouveau dispositif de production de chaleur est installé pendant la durée d’attribution du label écologique, il doit s’agir d’une unité de cogénération à haut rendement [au sens de l’article 3 et de l’annexe III de la directive 2004/8/CE du Parlement européen et du Conseil (2)], d’une pompe à chaleur ou d’une chaudière à haut rendement.