Het is namelijk gericht op zowel ernstige als minder ernstige strafbare feiten (terrorisme, diefstal, opzettelijk toegebrachte schade, belediging van een ambtenaar door twee of meer verenigde personen, uitlatingen die gelden als racistisch of getuigend van vreemdelingenhaat, enzovoort), en in alle gevallen zijn de individuele rechten minder goed beschermd dan met de uitleveringsprocedure zoals die voorheen bestond, op grond waarvan de nationale overheid kon besluiten al dan niet tot uitlevering over te gaan.
Il vise, en effet, aussi bien les infractions lourdes que les infractions mineures (terrorisme, vol, dégradations volontaires, outrage à agent en réunion, propos jugés racistes et xénophobes...) et, dans tous les cas, les droits des personnes sont moins protégés qu’avec la procédure d’extradition qui existait auparavant et qui permettait, elle, au pouvoir politique de procéder à une extradition ou de la refuser.