Art. 24. § 1. De met toepassing van artikel 23, eerste lid, ambtshalve op pensioen gestelde personeelsleden voor wie de duur van het verlof voorafgaand aan pensionering minder dan 60 maanden bedraagt, krijgen een tijdsbonificatie toegekend die gelijk is aan 60 maanden, verminderd met het aantal maanden die er verlopen tussen het tijdstip waarop hun verlof voorafgaand aan pensionering inging en het tijdstip waarop ze gepensioneerd worden.
Art. 24. § 1 . Les membres du personnel pensionnés d'office en application de l'article 23, alinéa premier, pour lesquels la durée du congé précédant la mise à la retraite s'élève à moins de 60 mois, obtiennent une bonification de temps égale à 60 mois, diminuée du nombre de mois qui s'écoulent entre le moment auquel leur congé précédant la mise à la retraite a commencé et le moment auquel ils sont pensionnés.