Na het inleidingsbesluit gaf het Verenigd Koninkrijk een nadere toelichting op haar bewering in overweging 45 dat de gemiddelde prijs in Noord-Ierland na de invoering van de heffing veel minder was gestegen dan het heffingstarief, terwijl de prijs in Groot-Brittannië met 1-1,40 GBP/ton was gestegen gezien het feit dat fabrikanten van verwerkte producten op basis van aggregaten nooit het volledige heffingstarief hebben betaald.
À la suite de la décision d'ouverture, le Royaume-Uni a fourni d'autres éléments pour expliquer l'argument du considérant 45 selon lequel, après l'introduction de l'AGL, le prix moyen en Irlande du Nord a bien moins augmenté que le taux du prélèvement alors qu'en Grande-Bretagne, il avait progressé de 1 à 1,40 GBP/tonne du fait que les fabricants de produits transformés à partir de granulats n'avaient jamais payé le taux plein de l'AGL.