Een kredietgever hoeft geen rekening te houden met het risico van een waardedaling of mindere waardestijging, ingevolge een aan de kredietnemer of derde hypotheekgever toerekenbare fout (zie artikel 12).
Le prêteur ne doit pas tenir compte du risque de diminution de valeur, ni de moindre augmentation de valeur consécutive à une faute imputable à l'emprunteur ou au tiers affectant hypothécaire (voir article 12).