Indien het audiovisuele werk dat aan de voorwaarden van artikel 8, tweede lid, voldoet, geen steun voor productie vóór het begin van de opnamen, zoals bedoeld in hoofdstuk IV van titel IV van het decreet, h
eeft genoten, en de minimumaantallen punten heeft behaald die bepaald zijn in de puntenroosters vastgesteld in de bijlagen 4 tot 6, is de steun bij de vertoning in zalen, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 11, gelijk aan een maximum van 40.000 euro, verdeeld als volgt : - honderd procent van de in aanmerking komende uitgaven, met een maximum van 5.000 euro; - en/of vijftig procent van de in aanmerking komende uitgaven met
...[+++]een maximum van 35.000 euro.Si l'oeuvre audiovisuelle répondant aux conditions de l'article 8, alinéa 2, n'a pas bénéficié d'une aide à la production avant le début des prises de vues telle que visée au chapitre IV du titre IV du décret et qu'elle obtient les nombres minimum de points déterminés par les grilles de points figurant aux annexes 4 à 6, l'aide à la sortie en salles est égale, sous réserve de l'application de l'article 11, à un maximum de 40.000 euros répartis de la manière suivante : - cent pour cent des dépenses éligibles avec un maximum de 5.000 euros; - et/ou cinquante pour cent des dépenses éligibles avec un maximum de 35.000 euros.