Een jonge veehouder die zijn premierechten gedurende twee opeenvolgende kalenderjaren benut beneden het minimumpercentage voor het gebruik van de premierechten, vermeld in paragraaf 1, verliest na het tweede opeenvolgende kalenderjaar benutting onder het minimumpercentage, vanaf de volgende campagne het aantal premierechten dat berekend wordt conform het tweede lid, tenzij de jonge veehouder in kwestie een geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden kan aantonen als oorzaak van de onderbenutting in ten minste één van beide kalenderjaren.
Un jeune éleveur qui, pendant deux années calendaires consécutives, fait usage de ses droits à la prime au-dessous du pourcentage minimum pour l'utilisation des droits à la prime, visés au paragraphe 1 , perd le nombre de droits à la prime calculé conformément à l'alinéa deux après la deuxième année calendaire consécutive d'utilisation au-dessous du pourcentage minimum, à partir de la campagne suivante, sauf si le jeune éleveur en question peut démontrer que la sous-utilisation pendant au moins une des deux années calendaires résulte d'un cas de force majeure ou de circonstances exceptionnelles.