Na afloop van deze periode geldt de toelating tot verblijf voor onbeperkte duur voorzover
de vreemdeling nog steeds voldoet aan voorwaarden van artikel 10. In het tegenovergestel
de geval weigert de minister of diens gemachtigde het verblijf van onbeperkte duur en kent een nieuw verblijf van beperkte duur toe, waarvan de vernieuwing onderworpen is aan het bezit van toereikende bestaansmiddelen, om niet ten laste te vallen van de openbare overheden, en van een ziektekostenverzekering die alle risico's dekt, en voor zover de vreemdeling
...[+++]geen gevaar vormt voor de openbare orde en/of de nationale veiligheid ».