Art. 6 bis. In zones en agglomeraties waar de niveaus van zwaveldioxide, stikstofdioxide, PM, PM en lood in de lucht lager zijn dan de respectieve grenswaarden genoemd in de bijlagen 6 en 9, houdt de Minister de niveaus van deze verontreinigende stoffen benden de grenswaarden en streeft hij ernaar de beste met duurzame ontwikkeling verenigbare luchtkwaliteit te beschermen. ».
Art. 6 bis. Dans les zones et agglomérations où les niveaux d'anhydride sulfureux, de dioxyde d'azote, de PM, de PM et de plomb dans l'air ambiant sont inférieurs aux valeurs limites indiquées aux annexes 6 et 9, le Ministre veille à maintenir les niveaux de ces polluants en deçà des valeurs limites et s'efforce de préserver la meilleure qualité de l'air ambiant compatible avec un développement durable».
