Art. 4. Voldoen aan de vereisten inzake kennis, in de zin van artikel 59, § 2, 1°, b , van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden, met het oog op het bekomen van de hoedanigheid van « erkend gebruiker van biociden » die behoren tot de klasse A voorzien in art. 51 van het voornoemde koninklijk besluit van 22 mei 2003, v
oor een of meerdere groepen van productsoorten de hierna bedoelde kandidaten die aantonen dat zij voldoen aan de eindtermen opgenomen in bijlage bij
dit besluit bij een mondelinge ...[+++] proef voor een examencommissie waarvan deel uitmaken : een ambtenaar afgevaardigd door de Minister tot wiens bevoegdheid het Leefmilieu behoort, een ambtenaar afgevaardigd door de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft en een ambtenaar afgevaardigd door de Minister die de Tewerkstelling en Arbeid onder zijn bevoegdheid heeft.Art. 4. Réunissent les conditions de connaissances au sens de l'article 59, § 2, 1°, b , de l'arrêté royal du 22 mai 2003 concernant la mise sur le marché et l'utilisation des produits biocides, en vue d'obtenir la qualification d' « utilisateur agréé de produits biocides » d
'un ou de plusieurs groupes de types de produits, appartenant la classe A visée à l'art. 51 dudit arrêté royal du 22 mai 2003, les candidats qui satisfont aux conditions de connaissance, énumérées en annexe du présent arrêté, lors
d'une épreuve orale devant un jury composé : d ...[+++]'un fonctionnaire délégué par le Ministre qui a l'Environnement dans ses attributions, d'un fonctionnaire délégué par le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions et d'un fonctionnaire délégué par le Ministre qui a l'Emploi et le Travail dans ses attributions.