(1) De gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke zaken en in handelszaken, welke zijn opgemaakt door een bevoegde overheid van een Overeenkomstsluitende Staat en moeten worden betekend aan een persoon die in de andere Staat verblijft, worden door het Ministerie van Justitie van de verzoekende Staat in één of twee exemplaren overgezonden aan het Ministerie van Justitie van de aangezochte Staat.
(1) En matière civile et commerciale, les actes judiciaires et extrajudiciaires établis par une autorité compétente d'un État contractant, qui doivent être notifiés à une personne résidant dans l'autre État, sont adressés en un ou deux exemplaires par le Ministère de la Justice de l'État requérant au Ministère de la Justice de l'État requis.