In afwijking van het eerste lid en voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 februari 2019 ingaan, kan het rustpensioen, naar keuze en op verzoek van de belanghebbende, ingaan : 1° op de eerste dag van de maand die volgt op de 60e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 44 kalenderjaren; 2° op de eerste dag van de maand die volgt op de 61e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren; 3° op de eerste dag van de maand die volgt op de 62e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren.
Par dérogation à l'alinéa 1 et pour les pensions qui prennent cours effectivement et pour la première fois au plus tôt à partir du 1 février 2019, la pension de retraite peut prendre cours, au choix et à la demande de l'intéressé : 1° le premier jour du mois suivant le 60e anniversaire lorsque l'intéressé prouve une carrière d'au moins 44 années civiles; 2° le premier jour du mois suivant le 61e anniversaire lorsque l'intéressé prouve une carrière d'au moins 43 années civiles; 3° le premier jour du mois suivant le 62e anniversaire lorsque l'intéressé prouve une carrière d'au moins 43 années civiles.