Bij de inspectie van slachthuizen of inrichtingen in derde landen die zijn of moeten worden erkend met het oog op de uitvoer naar de Europese Unie overeenkomstig de communautaire regelgeving, vergewissen de deskundigen van de Commissie zich ervan dat de in artikel 5 bedoelde levende dieren zijn geslacht onder omstandigheden die, voor zover het dierenwelzijn betreft, ten minste even goede waarborgen bieden als in deze verordening zijn voorgeschreven.
Lors de l'inspection des abattoirs ou des établissements agréés ou à agréer dans les pays tiers aux fins de l'exportation vers l'Union européenne conformément à la législation de l'Union, les experts de la Commission s'assurent de ce que les animaux visés à l'article 5 ont été abattus dans des conditions qui, en ce qui concerne le bien-être animal, sont au moins équivalentes à celles prévues par le présent règlement.