1. Artikel 203, § 2, al. 6, 2°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, vervangen door artikel 26 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 en gewijzigd door het artikel 51 van de wet van 10 maart 1999 preciseert dat de Koning de erkenningsvoorwaarden dient te bepalen waaraan een gecentraliseerd systeem voor het le
nen en ontlenen van aandelen dat geïntegreerd is in een betalings- of afwikkelingsysteem van effectenverrrichtingen gereglementeerd door de bevoegde autoriteit van een gereglementeerde markt zoals bedoeld in de richtlijn 93/22/EEG van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggin
...[+++]gen in effecten, of een systeem van een niet-lidstaat van de Europese Unie waarvan de wetgeving minstens in gelijkwaardige werkingsvoorwaarden voorziet, moet voldoen om erkend te worden.1. L'article 203, § 2, alinéa 6, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992 remplacé par l'article 26 de l'arrêté royal du 20 décembre 1996 et modifié par l'article 51 de la loi du 10 mars 1999 précise que le Roi doit déterminer les conditions d'agrément auxquelles doit satisfaire un système centralisé de prêt d'actions ou parts intégré dans un système de paiement et de règlement des opérations sur titres réglementé par l'autorité compétente d'un m
arché réglementé au sens de la directive 93/22/CEE du 10 mai 1993 relative à la prestation de services d'investissement dans le domaine des valeurs mobilières ou un système d'un Etat non-membr
...[+++]e de l'Union européenne dont la législation prévoit des conditions de fonctionnement au moins équivalentes.