De wet voorziet niet in een verhoging van de maximumstraffen en weert noch de toepassing van artikel 25 van het Strafwetboek (dat de correctionalisering van de misdaden mogelijk maakt), noch van de artikelen 79 tot 85 van hetzelfde Wetboek waarbij de straffen van opsluiting en gevangenisstraf kunnen worden verminderd indien er verzachtende omstandigheden bestaan (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1843/001, p. 7), noch van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie.
La loi ne prévoit pas une augmentation du maximum des peines et elle n'écarte l'application, ni de l'article 25 du Code pénal (qui permet la correctionnalisation des crimes), ni des articles 79 à 85 du même Code qui permettent de réduire les peines de réclusion et d'emprisonnement s'il existe des circonstances atténuantes (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC 51-1843/001, p. 7), ni des dispositions de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation.