Naar
luid van artikel 6 moeten de Staten die Partij zijn de opzettelijke en onrechtmatige vervaardiging, verkoop, verkrijging voor gebruik, invoer, verspreiding of andere vormen van beschikbaarstelling
van een instrument, strafbaar stellen daaronder begrepen een computerprogramma, dat hoofdzakelijk is ontworpen of aangepast om één van de in de artikelen 2 tot en met 5 van het Verdrag strafbaar gestelde feiten mogelijk te maken, met het oogmerk dat deze worden gebruikt voor het pleg
en van een van deze ...[+++]misdrijven.
L'article 6 établit l'obligation pour les États parties d'incriminer, lorsqu'elles sont commises intentionnellement et sans droit, la production, la vente, l'obtention pour utilisation, l'importation, la diffusion ou d'autres formes de mise à disposition d'un dispositif, y compris un programme informatique, principalement conçu ou adapté pour permettre la commission de l'une des infractions établies conformément aux articles 2 à 5 de la Convention dans l'intention qu'ils soient utilisés aux fins de commettre l'une ou l'autre de ces infractions.