« § 2 bis. — De in artikel 34, 2º, bedoelde verstrekkingen worden vergoed aan de instelling die een bevalling heeft uitgevoerd waarbij de moeder heeft gevraagd om haar opname en haar identiteit geheim te houden, voor zover de moeder binnen twee maanden na de geboorte het kind niet heeft erkend, als bedoeld in artikel 348, § 1, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek».
« § 2 bis. — Les prestations visées à l'article 34, 2º, sont remboursées à l'établissement qui a pratiqué un accouchement pour lequel la mère a demandé que le secret de son admission et de son identité soient préservés, pour autant que la mère n'ait pas dans les deux mois de l'accouchement reconnu l'enfant, suivant l'article 348, § 1 , alinéa 5, du Code civil».