De moeilijkheid betreft de (mogelijke) toepassing van artikel 7 van dat koninklijk besluit, dat luidt : « Aan de gerechtsdeurwaarder wordt, benevens de frankeerkosten, een recht van (279) F toegekend voor iedere aanmaning per brief, waarbij met vervolging wordt gedreigd, in de zaken met een waarde van minder dan (125) euro; dat recht bedraagt (330) F voor de andere zaken; hierin zijn begrepen de kosten van toezending van een afschrift van de brief aan de verzoeker, aan zijn raadsman of aan zijn gemachtigde.
La difficulté concerne l'application, éventuelle, de l'article 7 de cet arrêté royal qui stipule : « Il est alloué à l'huissier de justice, outre les frais de port, un droit de (279) F pour toute sommation avec menace de poursuites faite par lettre dans les affaires d'une valeur inférieure à (125) euros; ce droit est de (330) F pour les autres affaires; il comprend le coût de l'envoi d'une copie de la lettre au requérant, à son conseil ou à son mandataire.