Bij beschikking van 21 oktober 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 18 november 1998, na de Vlaamse Regering te hebbe
n verzocht - in een uiterlijk op 10 november 1998 in te dienen memorie - te antwoorden op
de volgende vraag : moest, rekening houdend met artikel 910 van het Bur
gerlijk Wetboek, de oorspronkelijke regeling van artikel 76 niet worden beschouwd als een door de na
...[+++]tionale wetgever ingesteld specifiek toezicht in de zin van het toenmalige artikel 7, littera b), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ?
Par ordonnance du 21 octobre 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état et fixé l'audience au 18 novembre 1998, après avoir invité le Gouvernement flamand à répondre - dans un mémoire à introduire au plus tard le 10 novembre 1998 - à la question suivante : ne fallait-il pas, compte tenu de l'article 910 du Code civil, considérer le régime originaire de l'article 76 comme une tutelle spécifique instituée par le législateur national au sens de l'article 7, littera b), applicable à l'époque, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles ?