Volgens artikel 4, § 1, van het Verdrag moeten Partijen in hun intern recht voorzien dat de persoon die een daad van corruptie stelt, toestaat, of nalaat redelijke maatregelen te nemen om een daad van corruptie te vermijden, aansprakelijk is voor de hierdoor geleden schade.
Conformément à l'article 4, § 1 , de la Convention, les Parties doivent prévoir dans leur droit interne que la personne qui commet ou autorise un acte de corruption, ou qui omet de prendre des mesures raisonnables pour prévenir un acte de corruption est responsable pour le dommage subi.